ўсміха́цца Holandés

4 traducciones
Traducción Contexto Audio
común
🇪🇸 Ella empieza a усміха́цца cuando ve a su perro
🇳🇱 Ze begint te glimlachen als ze haar hond ziet.
🇪🇸 No puedo evitar усміха́цца cuando escucho esa historia
🇳🇱 Ik kan niet anders dan glimlachen als ik dat verhaal hoor.
uso cotidiano
común
🇪🇸 ¿Por qué no усміха́цца más?
🇳🇱 Waarom lach je niet meer?
🇪🇸 Me gusta усміха́цца cuando estoy feliz
🇳🇱 Ik hou ervan te lachen als ik blij ben.
informal
común
🇪🇸 Su усміха́цца era cálido y sincero
🇳🇱 Haar glimlach was warm en oprecht.
🇪🇸 El усміха́цца del retrato transmite alegría
🇳🇱 De glimlach in de portret straalt vreugde uit.
formal
coloquial
🇪🇸 Ze gaf me een lachje toen ik binnenkwam
🇳🇱 Ze gaf me een lachje toen ik binnenkwam.
🇪🇸 Een klein lachje kan veel betekenen
🇳🇱 Een klein lachje kan veel zeggen.
coloquial