avião Holandés

4 traducciones

Traducción	Contexto	Audio
vliegtuig común 🇪🇸 El avión despega a las 10 de la mañana 🇳🇱 Het vliegtuig vertrekt om 10 uur 's ochtends 🇪🇸 Compré un billete de avión para España 🇳🇱 Ik heb een vliegticket naar Spanje gekocht	lengua estándar
avion formal 🇪🇸 El avión es uno de los inventos más importantes 🇳🇱 Het vliegtuig is een van de belangrijkste uitvindingen 🇪🇸 El diseño del avión ha mejorado mucho 🇳🇱 Het ontwerp van het vliegtuig is sterk verbeterd	técnico
avión común 🇪🇸 Viajamos en avión a Madrid 🇳🇱 We reizen met het vliegtuig naar Madrid 🇪🇸 ¿Cuánto cuesta un billete de avión? 🇳🇱 Hoeveel kost een vliegticket?	uso cotidiano
avioneta informal 🇪🇸 Vieron una avioneta sobrevolando la ciudad 🇳🇱 Ze zagen een klein vliegtuigje over de stad vliegen 🇪🇸 La avioneta hizo un vuelo corto 🇳🇱 Het kleine vliegtuigje maakte een korte vlucht	coloquial