stammer Holandés

4 traducciones

Traducción	Contexto	Audio
stotteren común 🇪🇸 Él tiembla al hablar 🇳🇱 Hij stottert als hij spreekt 🇪🇸 El niño empezó a stotteren después del accidente 🇳🇱 De jongen begon te stotteren na het ongeluk	médico
haperen común 🇪🇸 Ella haperó durante su discurso 🇳🇱 Ze hapert tijdens haar toespraak 🇪🇸 Me pongo a haper cuando estoy nervioso 🇳🇱 Ik hapert als ik nerveus ben	uso cotidiano
gestotter coloquial 🇪🇸 El personaje gestotear en la novela 🇳🇱 Het personage gestotterde in de roman 🇪🇸 Su forma de gestotear refleja su ansiedad 🇳🇱 Zijn gestotterende manier weerspiegelde zijn angst	literario
brommen informal 🇪🇸 Él empezó a bromear y no pudo hablar bien 🇳🇱 Hij begon te brommen en kon niet goed spreken 🇪🇸 Cuando está nervioso, brommea mucho 🇳🇱 Als hij nerveus is, bromt hij veel	coloquial